En als ik thuis kom, waait de rust me tegoed
De hulp is al geweest en alles glimt alsof het moet
Het is dat ik het roken ben ontwend
Anders was dit een mooi moment En in de keuken wacht een glimmend schone vaat
Geluk, het lacht me toe vanuit mijn vaatwasapparaat
En ik zit voor mijn TV
Verder nergens mee, nergens mee
Dat ik alles heb bereikt, dat het leven toch zo mooi zou kunnen zijn
Ik sta mijn geluk te prijzen, mijn vrijheid te bewijzen
Met een stevige fles wijn en ergens moet nog wodka zijn En ergens zingt een zanger en gromt een contrabas
Als jij hier nu was, mijn lief, bleef ik wel wat langer
En weer een olielamp slingert overzee
Al waren dronken nepmatrozen ons bezingt vanaf CD
En hoe donkerder het wad, des te lichter lonkt mij de stad
Des te lichter lonkt de stad Bijna niet te geloven dat het leven toch zo mooi zou kunnen zijn
Een traan doorsnijdt de weelde, verdriet dat hevig buiten speelde
Drink ik snel naar binnen zoals liedjes soms beginnen En ergens zingt een zanger en gromt een contrabas
Als ik zo bang niet was, mijn lief, bleef ik wel wat langer
Een taxi brengt me binnen mum van tijd, naar de stad, naar het licht
Want daar eindigt het altijd
En het is nog vroeg genoeg
Misschien zit Maarten bij Rene in de kroeg En vanbinnen zingt een zanger en gromt een contrabas
Als jij thuis komt, wacht dan niet op mij, mijn lief
Ik blijf misschien wat langer.
האתר פועל ברישיון אקו"ם
כל הזכויות שמורות 2022 ©